Aanleiding

Na de tweede wereldoorlog produceerde de landbouw te weinig om de bevolking van voldoende voedsel te kunnen voorzien. Net als de andere Europese landen, moest Nederland de schaarse buitenlandse valuta besteden aan voedselimporten. Onder de energieke leiding van landbouwminister Mansholt stimuleerde de overheid een grotere productie. Schaalvergroting en mechanisering moesten zorgen voor een stijging van de productiviteit. Zo konden de voedselprijzen laag blijven en zou politieke onrust voorkomen worden. Lage landbouwprijzen waren bovendien nodig om op termijn te kunnen exporteren en zo de broodnodige deviezen in het laatje te brengen. Dit was niet tegen dovemansoren gezegd. Het aantal varkens in Nederland nam in de periode 1950-1993 met een factor acht toe.

In het bijzonder op de zandgronden ontstond een bloeiende intensieve veehouderij. Zo ook op de arme zandgronden in Brabant. De omslag van trekpaard naar trekker zorgde ervoor dat de landbouw minder arbeidsintensief werd. De gezinnen bleven groot waardoor er volop arbeidskracht was om met nieuwe vormen van landbouw zoals de intensieve veehouderij aan de slag te gaan. Om de opkomende nieuwe bedrijfstak te ondersteunen zagen veel nieuwe bedrijven, die zich richtten op het leveren van diensten en goederen en het verwerken van producten, het levenslicht.

De grootschalige productie had tot gevolg dat nieuwe schakels in de voedselketen zich aandienden. Grossiers en later supermarkten verzorgde de goederenstromen en onderhielden het contact met de klant. Met als gevolg dat producent en consument van elkaar vervreemdden.  Producenten wisten onvoldoende wat consumenten bewoog en consumenten kregen minder begrip voor de producenten. 

De agrofood sector is inmiddels een belangrijke kurk waar de Brabantse economie op drijft. Naast de huidige 12.200 primaire agrarische bedrijven zijn er 900 bedrijven in de voedings- en genotsmiddelen industrie die gezamenlijk een toegevoegde waarde van 7,5 miljard creëren en ruim 100.000 mensen een baan bezorgen. Tegenover de Profit staan ook minpunten. Het nadelige effect van een dergelijke concentratie van varkens en varkensstallen voor de natuur en omwonenden is nooit becijferd. Ook de minpunten op grotere schaal, zoals bijvoorbeeld de schade aan de regenwouden door de overzeese teelt van grondstoffen voor krachtvoer, zijn nooit eenduidig gekapitaliseerd.

Maar er is meer aandacht voor de aspecten People en Planet. Door de toenemende overlast die burgers ervaren verdween de afgelopen jaren de ‘goodwill’ van de primaire sector als sneeuw voor de zon. Met als hoogtepunt of zo gewenst dieptepunt 2009 toen 33.000 inwoners van Brabant hun handtekening zette onder het Burgerinitiatief Megastallen-Nee. Steeds meer mensen maken zich sindsdien zorgen over de invloed en schadelijke  effecten van de intensieve veehouderij en de toenemende schaalvergroting.

 

Hoe de overheid reageerde

Voor de provincie Noord Brabant aanleiding om actie te ondernemen. Richting gevend is het koersdocument “Transitie van stad en platteland, een nieuwe koers (PS december 2011). Wat resulteerde in de nota  “Transitie naar een zorgvuldige veehouderij 2020” (PS maart 2013). Middels de uitvoeringsagenda “Uitvoeringsagenda Brabantse Agrofood” worden zaken geconcretiseerd. De agenda kent drie pijlers. Ontwikkelen: zoals de BZV (Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij), beheersen: zoals maatregelen in de Vr (Verordening Ruimte) 2014 en saneren: zoals het aanwijzen van urgentiegebieden.

 

Hoe het initiatief Haute Meat* ontstond

De basis voor het project Haute Meat is de notitie “Ketenverkorting voor koplopers, een pleidooi voor een baanbrekend Peelhorst-project” opgesteld door de Bernhezer Buitenwacht. De Bernhezer Buitenwacht constateert het probleem dat veehouders die vooroplopen in de transitie naar een zorgvuldige veehouderij hier niet voor beloond worden. Het is lastig voor koplopers om de aandacht voor hun product te krijgen die het verdient en consumenten die op zoek zijn naar producten van veehouders die meer dan gemiddeld maatschappelijk presteren kunnen dit product niet in de winkelschappen vinden.

 

Het Verbond van Den Bosch heeft haar koers richting 2020 afgestemd op het peloton. Begrijpelijk want de 2,5 miljoen inwoners van Brabant vragen grote hoeveelheden voedsel van grote aantallen producenten die straks aan de BZV norm voldoen. Dit doet geen recht aan de bedrijven die zich nu al positief onderscheiden en meer dan gemiddeld maatschappelijk gewenst produceren.

 

Doel

Om koplopers te ondersteunen en te stimuleren op de ingeslagen weg verder te gaan pleit de Bernhezer Buitenwacht voor een tweede spoor. Een spoor dat de anonimiteit van het product doorbreekt. De consument moet de producent achter het product weer leren kennen. Een producent die trots op zijn product is en een reputatie te verliezen heeft. 

 

De houdbaarheid van vlees is kort. Om derving te beperken moeten omloopsnelheden daarom groot zijn en moeten varianten van dezelfde producten onderling uitwisselbaar zijn. Supermarkten en slagerijen kunnen hier aan voldoen. Het vlees is in Nederland gestandaardiseerd en geneutraliseerd, bovendien niet herkenbaar verpakt zodat slechts ingewijden de herkomst kunnen achterhalen. Voor verkoop aan huis wordt, omdat de omloopsnelheid laag is, gebruik gemaakt van diepvries. Echter diepvries vlees is in de ogen van de consument geen vers product en het product heeft visueel letterlijk ‘geen gezicht’

 

Om de verkoop mogelijkheden van versvlees of versvleesproducten  te vergroten beveelt de Bernhezer Buitenwacht de nieuwe techniek HPP aan. HPP staat voor High Pressure Preservation. Een nieuwe conserveringsmethode waar met behulp van hoge druk schimmels en bacteriën gedood worden. Het voordeel is dat er geen tastbaar kwaliteitsverlies is, de producten aanzienlijk langer houdbaar worden en dat er geen smaakverlies is. Door deze techniek komen nieuwe verkoopkanalen en verkoopmethodes in beeld. Het enige nadeel is dat kleur verloren gaat bij HPP behandeling. Dit nadeel kan ondervangen worden door een voorbehandeling (marinade) van producten of door klant & klare levering van een op top-niveau bereid product. Hiermee kan ingespeeld worden op de groeiende gemaksmarkt.  

 

Haute Meat richt zich op ketenpartners die ‘serieus’ met hun vak bezig zijn en koplopers willen zijn. Dat wil zeggen dat ze niet alleen zorgen voor een uitstekend product maar dat ze ook duurzamer produceren dan wettelijk verplicht is en zich verdiepen in de wensen en behoefte van de klant.

  

Het doel van het project Haute Meat is tweeledig. Allereerst ontstaat door dit project zicht op een groep ondernemers die samen aan de slag willen met het creëren van toegevoegde waarden en de wijze waarop deze groep koplopers daarbij eventueel nader ondersteund kunnen worden. Ook wordt duidelijk hetgeen zij zelf kunnen doen om klanten te verleiden met een lekkerder, gezonder en diervriendelijk product. Daarnaast is het toepassen van High Pressure Processing (HPP) als technologische innovatie een extra faciliteit die door de verlenging van de levensduur het product aantrekkelijker kan maken voor de consument en de verkopende producent.

 

Algemeen

Haute Meat is een initiatief van de Bernhezer Buitenwacht met als doel veehouders die voorop lopen met maatschappelijk verantwoord boeren te steunen met het naar de markt brengen van hun producten. 

In het bijzonder wordt hierbij gekeken naar de mogelijkheid van een nieuwe methode om vlees middels hoge druk behandeling langer houdbaar te maken.

 

Het project Haute Meat wordt mogelijk gemaakt door:

Netwerk De Peelhorst en Stuurgroep LIB

 

 * De naam Haute Meat werd gekozen vanwege een focus op vlees en om te duiden dat het iets bijzonders betreft zoals in haute cuisine. Waarbij haute staat voor 'verfijnd'. 

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb